“We waren de meeste norse toeristen ooit”

“De vader van Annemie was aan het oppassen, zodat wij heerlijk uit eten konden.” Herinnert Berry zich als de dag van gisteren. “Het was die avond warm. Heel warm. Vooral boven. Zodoende besloten we om Gus beneden in de box te laten slapen. En ik ging op de bank ernaast liggen.” Onbezorgd ging het gezin de nacht in. Op naar droomland.

 

’s Ochtends ging de biologische wekker van Annemie even voor zeven af. Zoals elke dag, want Gus werd altijd even na zeven wakker. Steevast. Zij liep de trap af de kamer in. Tot haar grote schrik vond ze haar zoon op z’n buikje. Met een andere huidskleur. Koud. Als een porseleinen pop. “Schat!”, riep Annemie op een toon die Berry vreemd in de oren klonk. Hij wist meteen dat er iets mis was.

 

Tegen beter weten in

“Ik wilde heel graag boos zijn, maar ik werd opgeslokt door machteloosheid”, vertelt Berry over dat moment. “Ik kon niets anders dan alles laten gebeuren.” Toch deed hij wat-ie moest doen en belde naar het alarmnummer. Samen met de hulpverleners begon Gus’ vader aan een onbegonnen klus. Gus werd gereanimeerd, maar Berry wist dat het geen zin had. Ook op de apparatuur van de ambulancebroeders kwam geen enkel teken van leven. Hij werd naar het ziekenhuis gebracht, zodat ze daar konden uitsluiten dat het een misdrijf was. Ondertussen werd er met vrienden en familie gebeld.

 

Van België naar Australië

Hoe moeten we nu verder? Kan ik dat wel? Wil ik het überhaupt? Deze vragen spookten door de hoofden van het Belgische stel. Het schuldgevoel bij de moeder van Gus was ontzettend groot, wát Berry ook zei of probeerde. En dat is nu nog zo. Zelf gaat hij elke dag naar bed en hoopt hij dat wanneer hij wakker wordt, het niet echt is. Ze zitten samen in een diep dal. “Op een gegeven moment aten we elke dag een diepvriespizza, cijferden we onszelf compleet weg bij onze jobs bij het Rode Kruis Vlaanderen en hadden we zelfs suïcidale gedachten”, licht Berry toe. “Maar op een gegeven moment kwam het besef dat we dat helemaal niet wilden. We wilden en konden niet uit het leven stappen en besloten hals over kop om naar Australië te gaan.”

 

Daar leerde het stel weer dingen die voor de meeste mensen o-zo gewoon zijn. Opstaan, ontbijten en naar de winkel gaan. Dat was voor hen o-zo moeilijk. “We hebben drie maanden uit een auto geleefd, waardoor we wel een supermarkt in moesten. Vrolijk waren we nog altijd niet. Ik denk dat we zelfs de meest norse toeristen ooit zijn geweest. Onze eerste 5 juli zonder Gus brachten we door op een verlaten strand, omdat we niet verder konden met de auto. Daar – helemaal aan de andere kant van de wereld – ligt een  hart van schelpen en in het groot zijn naam erbij.”

 

 

Overleven

Hoe dan ook hadden ze baat bij het avontuur ‘down under’. Er was weer een gespreksonderwerp, want daarvoor ging het altijd over Gus. Wat hij al kon, wat hij die dag gedaan had en hoe knap hij was. Dat alles was weggevallen. Hielp het ze uit de put? Wellicht zijn ze ietsje hoger gekomen, maar de twee hebben nog een lange weg te gaan. “Deze overlevingstocht is met geen woorden te beschrijven. We blijven in het ongewisse en gaan door zonder te weten of we nog ooit gelukkig worden. De momenten dat we lachen zijn schaars. Als het al een echte lach is.”

 

Goede hulp krijgen ze nauwelijks. Ze hebben fijne sociale contacten, maar de meeste mensen vinden het moeilijk om over Gus te praten. De psycholoog mailt niet terug en de psychiater ging het gesprek niet aan, maar schreef direct pillen voor. “We gaan door. Dat gebeurt gewoon. Maar het gaat wel op de automatische piloot.”

 

Lichtpuntjes

“Niet alles is slecht hoor. We zijn er al een stuk minder erg aan toe dan twee jaar geleden”, bekijken ze het van de positieve kant. “En we vinden steun bij lotgenoten tijdens de landelijke dag van de vereniging. Aan de ene kant is deze dag slopend en verdrietig. Aan de andere kant worden we er blij van, want met hen kunnen we écht praten.”

 

In huis zorgen kaarsen letterlijk voor lichtpunten en is Gus het stralende middelpunt. “Het hele huis hangt vol met foto’s, de urn staat in de woonkamer en we steken elke dag kaarsjes aan. Voor ons telt Gus nog altijd mee. Hij zal altijd deel uitmaken van ons gezin en we vertellen hem nog steeds over alledaagse dingen.”

 

Meer verhalen

Stichting Wiegedood gebruikt cookies voor het analyseren van bezoekersgedrag.