2017
Met dank aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen we belangrijke projecten uitvoeren die bijdragen aan preventie van wiegendood. En ook aan betere hulp voor gezinnen die het overkomen. We maken namelijk dankbaar gebruik van subsidies uit het DUS-I fonds, dat eerder het PGO-fonds heette.
Hieronder een overzicht van onze initiatieven in 2017.
Life-lines: ter preventie van zuigelingensterfte door suffocatie
Suffocatie, ook wel verstikking of asfyxie genoemd, wordt in Nederland aangemerkt als aangrenzende categorie van wiegendood. Dat komt omdat bij een baby die in zacht beddengoed met mond en neus recht naar beneden is gevonden, niet met zekerheid kan worden vastgesteld of er sprake is van verstikking. Met het concept Life-lines kan er preventief over suffocatie worden voorgelicht.
We hebben onderzoek gedaan naar dit concept, ontwikkeld door Stephanie Cowan uit Nieuw-Zeeland. Op basis van de resultaten is een rapport opgesteld en later is er ook lesstof uitgewerkt. Deze wordt gebruikt tijdens colleges, voordrachten en informatieavonden over wiegendoodpreventie. Daarnaast heeft Cowan toestemming gegeven om haar concept verder te ontwikkelen.
Life-lines
De voorlichting aan de hand van deze lesstof start al tijdens de zwangerschap, zodat moeders er bewust van worden dat roken de toegang van zuurstof via de navelstreng belemmert. De navelstreng is de ‘life-line’, die uiteraard vrij moet blijven. Zodra baby’s geboren zijn, zijn de ademwegen hun life-lines; ook deze moeten zorgvuldig beschermd worden.
Buisje
Het concept Life-lines is eenvoudig uit te leggen met behulp van een buisje. Als dit wordt afgesloten, dichtgeknepen, gebogen of wordt verdrukt, kan er geen lucht meer doorheen. Zo werkt het ook met de ademwegen van een baby. Deze beeldende uitleg helpt bij een toelichting over een goede slaappositie, samen slapen in hetzelfde bed of op de bank, en verkeerde houdingen – zoals té rechtop zitten in een autostoeltje.
Met medewerking van: Dr. B.E. Semmekrot, Dr. S. Cowan, Dr. A.C. Engelberts, Dr. M.P. L’Hoir