“Vanaf dag één gaan we er anders mee om”

Het is een vroege morgen in juni. Rob gaat naar beneden om te gaan werken. Heel even staat hij stil bij de slaapkamerdeur van zoontje Liëv. ‘Zal ik ‘m nog even een kus geven?’, denkt hij. ‘Nee, laat hem maar lekker liggen. Het is een echte doorslaper.’ Het lijkt een dag als zovele.

 

‘Lijkt’, want als Rob tijdens de pauze op zijn telefoon kijkt, heeft hij zeven oproepen van zijn vrouw Vlada gemist. Hij belt haar terug en krijgt hij de allerhardste boodschap mogelijk. Vlada vertelt hem dat Liëv niet meer leeft. Bij thuiskomst zit de huiskamer vol met ambulancebroeders. Liëv gaat in de armen van Rob mee naar het ziekenhuis voor onderzoek. Het is amper te bevatten, maar het is echt…

 

Een waas

De dagen die volgden waren druk, maar gingen als een waas voorbij. Vragen van de begrafenisondernemer kwamen half binnen of helemaal niet. Rob en Vlada merkten zelfs niet op dat op de overlijdenskaart Liëv Allessio stond. Met een ‘l’ teveel. “Gelukkig heeft Rob’s zus ons veel geholpen”, vertelt Vlada. “Wij wilden niet over praktische zaken nadenken. Het leek op dat moment zo onbelangrijk. Maar achteraf gezien, zouden we sommige dingen heel anders aanpakken.”

 

“Zo vond ik het afschuwelijk dat het lichaam van Liëv een week lang thuis was”, gaat ze verder. “Het koelbedje was niet ‘je van het’, waardoor we op de dag van de begrafenis niet meer ons eigen ventje zagen. Ook voelde ons huis die week als een mausoleum: het was een komen en gaan van mensen die nog even naar hem wilden kijken. In Oekraïne, waar ik vandaan kom, doen we dat heel anders. Daar is het afscheid binnen drie dagen.”

 

“We accepteren van elkaar dat we anders zijn

en steunen elkaar daarin.”

 

Anders dan de ander

Al snel werd duidelijk dat Rob en Vlada anders met het verlies van Liëv omgingen. Niet alleen vanwege cultuurverschillen. Rob: “Vanaf dag één gaan we er anders mee om. In het begin wilde Vlada mensen om zich heen voor een knuffel, maar ik had juist de behoefte om alleen te zijn. In het park, om tegen de bomen te schreeuwen. Daarnaast huilde Vlada continu, terwijl ik bij het zien van een foto ook kon genieten van de tijd die we gehad hebben. Omdat zij dit niet kon, werd ik meegezogen in haar gemoedstoestand. Hierdoor kon ik het niet op mijn manier verwerken.”

 

Er waren veel meer verschillen. Zij las veel over wiegendood: van verhalen van lotgenoten tot onderzoeken. Hij las niets. Zij accepteerde als arts niet dat de doodsoorzaak onbekend bleef. Hij kon dat wel. Zij kon het verlies later daardoor pas een plekje geven. Hij vrij snel. “Natuurlijk zorgt dat soms voor irritaties, maar we geven elkaar de ruimte”, aldus Vlada. “We accepteren van elkaar dat we anders zijn en steunen elkaar daarin. Al begrijpen we elkaar lang niet altijd.”

 

‘Heb je het geluk hervonden?’

Vlada is ook verder in het rouwverwerkingsproces dan Rob. Dat blijkt als ze verschillend antwoorden op de vraag: kun je zeggen dat je nu, bijna vier jaar later, het geluk hervonden hebt? Zij antwoordt met ‘ja, absoluut’, terwijl hij aangeeft dat het nog ver te zoeken is. “Een paar maanden nadat ik weer aan het werk was gegaan, raakte ik mijn empathisch vermogen compleet kwijt”, blikt Vlada terug. “Mijn patiënten? Die moesten niet zo zeuren… Op aandringen van Rob heb ik toen met een psycholoog gesproken en later EMDR-therapie ondergaan. Dat heeft me ontzettend geholpen.”

 

“Ik merkte dat ook mijn emoties afgevlakt zijn”

 

“Ik heb laatst pas aangegeven dat ik hulp nodig heb”, aldus Rob. “Ik merkte dat ook mijn emoties afgevlakt zijn. Ik ben mezelf niet meer. Misschien heb ik me altijd sterk gehouden voor Vlada, ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat het motorongeluk dat volgde het alleen maar erger heeft gemaakt. Pijnvrij klussen, wat m’n lust en m’n leven is, zit er niet meer in. Hoe dan ook: ik hoop dat ik mijn drive weer vindt. Daarna komt vast het geluk.”

 

Steun van lotgenoten

Rob is wel wat sceptischer over de hulp van een professional dan Vlada. Vooral omdat dit meestal geen ervaringsdeskundige is. Hij gelooft meer in de steun van lotgenoten. “Dan zijn slechts drie woorden nodig om elkaar te begrijpen”, legt hij uit. “Bij de landelijke dag van de Vereniging Ouders van Wiegedoodkinderen voel ik pure saamhorigheid.” “Mij heeft dit ook veel gebracht”, vult Vlada aan. “Hier heb ik mensen die hun kind verloren hebben weer gelukkig gezien. Ik zag letterlijk dat er leven na de dood is.”

 

Tip één van de ouders van Liëv voor anderen is daarom: zoek lotgenoten op. Verder geven ze – hoe kan het ook anders – allebei verschillende adviezen. “Geef toestemming voor alle mogelijke onderzoeken, want die leveren rust op”, zegt Vlada. “Ook met het oog op broertjes en zusjes in de toekomst.” “Wijs nooit met een beschuldigende vinger naar elkaar”, neemt Rob tot besluit het woord. “Ik geloof dat wij nog bij elkaar zijn, omdat we dit nooit gedaan hebben. En last but not least: geef elkaar de ruimte om anders met het gemis om te gaan. Dat is écht heel belangrijk!”

 

Meer verhalen

Stichting Wiegedood gebruikt cookies voor het analyseren van bezoekersgedrag.