“We hadden alleen de kracht om naar haar graf te gaan”

Elena was precies een maand oud toen ze wat vreemde klachten kreeg. De thermometer gaf verhoging aan, maar dat was aan haar niet te zien of te voelen. Ook een zetpil had geen effect. Na drie dagen ziekenhuis, allerlei onderzoeken en zelfs een ruggenprik, daalde haar temperatuur weer. Ze mocht naar huis. En de oorzaak? Die was onbekend.

 

Haar ouders Reshine en Romeo vertrouwden het voor geen meter. Met de feestdagen op komst, besloten ze het rustig aan te doen. “Kerstavond vierden we met z’n drieën op de bank”, vertelt Reshine. “Tot laat, want we hadden éindelijk weer een avondje samen. Omdat Elena onrustig sliep, wisselden we elkaar al nachtenlang af met slapen. Voor de gezelligheid bleven we deze keer allebei tot vijf uur ’s nachts op. Overdag hadden we toch al heel wat slaapuren kunnen maken, omdat Elena nog niet op vaste tijden sliep.”

 

Valse hoop en radeloosheid

Rond dat tijdstip was het wel welletjes voor Reshine; ze ging naar bed. Romeo bleef nog een half uurtje wakker om Elena de fles van half zes te geven. Niet veel later tuimelde ook hij op de bank in slaap. “Om twaalf uur schrok ik plots wakker van het geschreeuw van m’n man”, herinnert Reshine zich. “Romeo had de ambulancedienst aan de lijn en was al gestart met reanimeren. Even daarvoor had hij Elena gevonden… op haar buikje.”

 

Reshine snelde zich naar haar dochter. Ze voelde al koud aan, maar toch gaf Elena haar moeder het vertrouwen dat het goed zou komen. “Het was alsof ze mijn vinger vastpakte. Dit was voor mij de bevestiging dat ze nog leefde en ik beneden de hulpdiensten op kon vangen.” Nadat die gearriveerd waren, zijn Reshine en Romeo met de politie meegereden naar het AMC. In het ziekenhuis bleek alle hoop vals te zijn. “Op de spoedeisende hulp vertelde een arts dat ze niets meer voor onze dochter konden doen. Ze was nog geen vijf weken bij ons.”

 

 

Zoals gebruikelijk volgde obductie, maar de manier waarop kan niet anders dan ongebruikelijk zijn. “We wisten dagenlang niet waar Elena was!”, aldus Reshine nog altijd venijnig. “Vanwege onderbezetting en de feestdagen werden we ook nog eens van het kastje naar de muur gestuurd. We waren radeloos. Pas na drie dagen kregen we haar weer in onze armen. En toen kwam de afschuwelijke realiteit écht binnen.”

 

Leegte

Verslagen gingen ze naar huis. Elena’s bedje was leeg. Haar kleren lagen nog in de wasmand op haar kamer. En dat bleef zo. Maandenlang lieten ze alles intact; precies zoals het was. “Familie en vrienden kookten voor ons en namen ons wel eens mee de deur uit”, vertelt Reshine. “Waren ze er niet? Dan lagen we alleen maar op bed, zonder te eten en te drinken. We waren leeg. We hadden alleen de kracht om elke dag naar het grafje van Elena te gaan.”

 

Het vrijwilligerswerk bij het kinderdagverblijf zette Reshine stop. En Romeo was ziekgemeld. Hij werkte – nota bene – in het AMC, maar daar terugkeren? Dat was toen geen optie. “Collega’s hadden hem na de geboorte van onze dochter niet gezien, want hij had zes weken vrij genomen”, vertelt zijn vrouw. “Als-ie weer in het ziekenhuis zou komen, zou hij felicitaties van hen ontvangen. En dan moest hij vertellen dat ze er niet meer is...”

 

Een geschenk

Langzaam, heel langzaam, werden de dagen daarna een beetje zonniger. Reshines broer logeerde een tijdje bij hen, zodat-ie kon helpen. Daarnaast kwam een vrijwilliger van Humanitas elke twee weken langs om te praten. “Zij had ook een kind verloren”, vertelt Reshine. “Niet aan wiegendood, maar ze begreep me. Dat alleen al deed me goed.”

 

Ondertussen was Elena’s kamertje nog onaangeraakt, in haar kleren zat nog altijd haar geur en een normaal ritme bleef een uitdaging. Maar in dit alles kwam plots verandering. “Toen we ontdekten dat we weer in verwachting waren, gingen er écht een paar knoppen om. Het was een geschenk. We aten weer, kookten en deden het huishouden. En het kamertje? Dat hebben we klaargemaakt voor onze zoon.”

 

Reshine en Romeo werden de trotse ouders van Feliz. En vijftien maanden later kwam hun tweede dochter ter wereld: Gisèle. Beiden baby’s leken als twee druppels water op Elena. “Dat was echt even schrikken”, vertelt hun moeder. “Als we foto’s naast elkaar houden, zijn ze amper van elkaar te onderscheiden - zeker Elena en Gisèle niet.”

 

Lotgenoten

Dankzij de komst van Elena’s broertje en zusje heeft het echtpaar een stap vooruit gezet. Er is weer ruimte is voor werk, sport en vrienden. En ook voor plezier. Maar naast de onbezorgde en vreugdevolle momenten zijn nog altijd momenten van angst en hartzeer. “We hebben samen én afzonderlijk professionele hulp gehad, maar ik ben er nog niet. Ik heb best behoefte aan meer, omdat ik vaak onverwacht verdrietig word. Ook een angststoornis of depressie ligt bij mij altijd op de loer.”

 

Op het moment gaat veel van Reshine’s aandacht naar Feliz en Gisèle, waarmee ze zichzelf op een tweede plek zet. Gelukkig heeft ze sinds kort wel contact met lotgenoten. Die begrijpen haar, in tegenstelling tot vele anderen. “Mensen zeggen de gekste dingen tegen me, zoals ‘wat fijn dat de nare periode nu achter de rug’ of ‘gelukkig was ze maar vijf weken oud’. Ik word daar zo boos over. Lotgenoten weten wat ik doormaak, en andersom geldt hetzelfde. Daar heb ik veel steun aan.”

 

Reshine knokt voor haar geluk en voor dat van haar gezin. En ondertussen houdt ze Elena dichtbij. “Zo herdenken we haar op bijzondere dagen. En we gaan nog steeds regelmatig naar het grafje. Het grote verschil met drie jaar geleden is dat we onszelf daarvoor niet meer bij elkaar hoeven te rapen. Het duurt lang, maar we komen er wel!”

 

Meer verhalen

Stichting Wiegedood gebruikt cookies voor het analyseren van bezoekersgedrag.